Mattheüs 7:4

4 Of, hoe zult gij tot uw broeder zeggen: Laat toe, dat ik den splinter uit uw oog uitdoe; en zie, er is een balk in uw oog?

Mattheüs 7:4 Meaning and Commentary

Matthew 7:4

Or how wilt thou say to thy brother?
&c.] This is not so much an interrogation, as an expression of admiration, at the front and impudence of such censorious remarkers, and rigid observators; who not content to point at the faults of others, take upon them to reprove them in a very magisterial way: and it is as if Christ had said, with what face canst thou say to thy friend or neighbour,

let me pull out the mote out of thine eye?
give me leave to rebuke thee sharply for thy sin, as it deserves,

and behold a beam is in thine own eye;
thou art guilty of a far greater iniquity: astonishing impudence! Art thou so blind, as not to see and observe thy viler wickedness? Or which, if conscious of, how canst thou prevail upon thyself to take upon thee to reprove and censure others? Dost thou think thy brother cannot see thy beam? And may he not justly retort thine iniquities upon thee, which exceed his? and then what success canst thou promise thyself? Such persons are very unfit to be reprovers of others.

Mattheüs 7:4 In-Context

2 Want met welk oordeel gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden; en met welke mate gij meet, zal u wedergemeten worden.

3 En wat ziet gij den splinter, die in het oog uws broeders is, maar den balk, die in uw oog is, merkt gij niet?

4 Of, hoe zult gij tot uw broeder zeggen: Laat toe, dat ik den splinter uit uw oog uitdoe; en zie, er is een balk in uw oog?

5 Gij geveinsde! werp eerst den balk uit uw oog, en dan zult gij bezien, om den splinter uit uws broeders oog uit te doen.

6 Geeft het heilige den honden niet, noch werpt uw paarlen voor de zwijnen; opdat zij niet te eniger tijd dezelve met hun voeten vertreden, en zich omkerende, u verscheuren.