Psalmen 139:4

4 Als er nog geen woord op mijn tong is, zie, HEERE! Gij weet het alles.

Psalmen 139:4 Meaning and Commentary

Psalms 139:4

For [there is] not a word in my tongue
Expressed by it or upon it, just ready to be spoken; or, as the Targum,

``when there is no word in my tongue:''

so Aben Ezra,

``before it was perfect in my tongue:''

before it is formed there; while it is in the mind, and not expressed, and even before that;

[but], lo, O Lord, thou knowest it altogether;
the whole of it, from whence it springs; the reason of it, what is designed, or the ends to be answered by it. The Lord knows the good words of his people, which they speak to him in prayer, even before and while they are speaking them; and what they say to one another in private conversation, ( Isaiah 65:24 ) ( Malachi 3:16 ) . See an instance of words known by Christ before spoken, in ( Luke 19:31 Luke 19:33 ) .

Psalmen 139:4 In-Context

2 Gij weet mijn zitten en mijn opstaan; Gij verstaat van verre mijn gedachten.

3 Gij omringt mijn gaan en mijn liggen; en Gij zijt al mijn wegen gewend.

4 Als er nog geen woord op mijn tong is, zie, HEERE! Gij weet het alles.

5 Gij bezet mij van achteren en van voren, en Gij zet Uw hand op mij.

6 De kennis is mij te wonderbaar, zij is hoog, ik kan er niet bij.