Richtere 9:50

50 Voorts toog Abimelech naar Thebez, en hij legerde zich tegen Thebez, en nam haar in.

Richtere 9:50 Meaning and Commentary

Judges 9:50

Then went Abimelech to Thebez
Which, according to Ben Gersom, had rebelled against him; it was near to Shechem. Adrichomius says ^F16, the ruins, where he thinks stood the city of Thebez, were but one furlong from Neapolis or Shechem, where, to the left of Jacob's well, were to be seen ruins of a large town, marble stones, whole pillars, and other signs of large palaces, and the soil wonderfully fruitful; and Jerome says ^F17, that in his time there was a village called Thebes, on the borders of Neapolis or Shechem, as you go to Scythopolis, thirteen miles from it. It must be near Shechem, inhabited by Shechemites, to fulfil Jotham's curse, ( Judges 9:20 )

and encamped against Thebez, and took it:
it seems not to have held out long, being deserted by its inhabitants, who fled to the tower, as follows.

---

FOOTNOTES:

F16 Theatrum Terrae Sanct. p. 70.
F17 De loc. Heb. 95. D.

Richtere 9:50 In-Context

48 Zo ging Abimelech op den berg Zalmon, hij en al het volk, dat met hem was; en Abimelech nam een bijl in zijn hand, en hieuw een tak van de bomen, en nam hem op, en legde hem op zijn schouder; en hij zeide tot het volk, dat bij hem was: Wat gij mij hebt zien doen, haast u, doet als ik.

49 Zo hieuw ook al het volk een iegelijk zijn tak af, en zij volgden Abimelech na, en legden ze aan de sterkte, en verbrandden daardoor de sterkte met vuur; dat ook alle lieden des torens van Sichem stierven, omtrent duizend mannen en vrouwen.

50 Voorts toog Abimelech naar Thebez, en hij legerde zich tegen Thebez, en nam haar in.

51 Doch er was een sterke toren in het midden der stad; zo vloden daarheen al de mannen en de vrouwen, en alle burgers van de stad, en sloten voor zich toe; en zij klommen op het dak des torens.

52 Toen kwam Abimelech tot aan den toren, en bestormde dien; en hij genaakte tot aan de deur des torens, om dien met vuur te verbranden.