Richtere 9:51

51 Doch er was een sterke toren in het midden der stad; zo vloden daarheen al de mannen en de vrouwen, en alle burgers van de stad, en sloten voor zich toe; en zij klommen op het dak des torens.

Richtere 9:51 Meaning and Commentary

Judges 9:51

But there was a strong tower within the city
The tower of Shechem was without the city, but this within, as towers generally are:

and hither fled all the men and women, and all they of the city;
men, women, and children, man and maid servants, all the inhabitants of the city; the tower being a large place, having not only many rooms in it, but perhaps a large area in the midst of it, as well as it had battlements on the top of it:

and shut it to them;
the gates of it, and which no doubt they strongly barred and bolted, to keep out the enemy:

and gat them up to the top of the tower;
to observe the motions of Abimelech, and annoy him as much as they could with what they carried with them, as stones, and the like.

Richtere 9:51 In-Context

49 Zo hieuw ook al het volk een iegelijk zijn tak af, en zij volgden Abimelech na, en legden ze aan de sterkte, en verbrandden daardoor de sterkte met vuur; dat ook alle lieden des torens van Sichem stierven, omtrent duizend mannen en vrouwen.
50 Voorts toog Abimelech naar Thebez, en hij legerde zich tegen Thebez, en nam haar in.
51 Doch er was een sterke toren in het midden der stad; zo vloden daarheen al de mannen en de vrouwen, en alle burgers van de stad, en sloten voor zich toe; en zij klommen op het dak des torens.
52 Toen kwam Abimelech tot aan den toren, en bestormde dien; en hij genaakte tot aan de deur des torens, om dien met vuur te verbranden.
53 Maar een vrouw wierp een stuk van een molensteen op Abimelechs hoofd; en zij verpletterde zijn hersenpan.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.