Richtere 9:52

52 Toen kwam Abimelech tot aan den toren, en bestormde dien; en hij genaakte tot aan de deur des torens, om dien met vuur te verbranden.

Richtere 9:52 Meaning and Commentary

Judges 9:52

And Abimelech came unto the tower
With his army to besiege it:

and fought against it;
using all the methods he could to oblige those in it to surrender:

and went hard unto the door of the tower to burn it with fire;
in order to get entrance into it; and perhaps the tower was built of stone, so that no other part could be set fire to; and to do this he drew near to the door himself, for nothing more is meant by the phrase, "went hard", than drawing near in his own person to the door; hazarding his life in the enterprise, being so bent upon it, thinking to do by this tower what he had done to the hold of the temple of Baalberith.

Richtere 9:52 In-Context

50 Voorts toog Abimelech naar Thebez, en hij legerde zich tegen Thebez, en nam haar in.
51 Doch er was een sterke toren in het midden der stad; zo vloden daarheen al de mannen en de vrouwen, en alle burgers van de stad, en sloten voor zich toe; en zij klommen op het dak des torens.
52 Toen kwam Abimelech tot aan den toren, en bestormde dien; en hij genaakte tot aan de deur des torens, om dien met vuur te verbranden.
53 Maar een vrouw wierp een stuk van een molensteen op Abimelechs hoofd; en zij verpletterde zijn hersenpan.
54 Toen riep hij haastelijk den jongen, die zijn wapenen droeg, en zeide tot hem: Trek uw zwaard uit, en dood mij, opdat zij niet van mij zeggen: Een vrouw heeft hem gedood. En zijn jongen doorstak hem, dat hij stierf.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.