Statenvertaling (Dutch) SVV
New Living Translation NLT
1 Want de wet, hebbende een schaduw der toekomende goederen, niet het beeld zelf der zaken, kan met dezelfde offeranden, die zij alle jaren geduriglijk opofferen, nimmermeer heiligen degenen, die daar toegaan.
1
The old system under the law of Moses was only a shadow, a dim preview of the good things to come, not the good things themselves. The sacrifices under that system were repeated again and again, year after year, but they were never able to provide perfect cleansing for those who came to worship.
2 Anderszins zouden zij opgehouden hebben, geofferd te worden, omdat degenen, die den dienst pleegden, geen geweten meer zouden hebben der zonden, eenmaal gereinigd geweest zijnde;
2
If they could have provided perfect cleansing, the sacrifices would have stopped, for the worshipers would have been purified once for all time, and their feelings of guilt would have disappeared.
3 Maar nu geschiedt in dezelve alle jaren weder gedachtenis der zonden.
3
But instead, those sacrifices actually reminded them of their sins year after year.
4 Want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneme.
4
For it is not possible for the blood of bulls and goats to take away sins.
5 Daarom, komende in de wereld, zegt Hij: Slachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid;
5
That is why, when Christ came into the world, he said to God, “You did not want animal sacrifices or sin offerings. But you have given me a body to offer.
6 Brandofferen en offer voor de zonde hebben U niet behaagd.
6
You were not pleased with burnt offerings or other offerings for sin.
7 Toen sprak Ik: Zie, Ik kom (in het begin des boeks is van Mij geschreven), om Uw wil te doen, o God!
7
Then I said, ‘Look, I have come to do your will, O God— as is written about me in the Scriptures.’”
8 Als Hij te voren gezegd had: Slachtoffer, en offerande, en brandoffers, en offer voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch hebben U behaagd (dewelke naar de wet geofferd worden);
8
First, Christ said, “You did not want animal sacrifices or sin offerings or burnt offerings or other offerings for sin, nor were you pleased with them” (though they are required by the law of Moses).
9 Toen sprak Hij: Zie, Ik kom, om Uw wil te doen, o God! Hij neemt het eerste weg, om het tweede te stellen.
9
Then he said, “Look, I have come to do your will.” He cancels the first covenant in order to put the second into effect.
10 In welken wil wij geheiligd zijn, door de offerande des lichaams van Jezus Christus, eenmaal geschied.
10
For God’s will was for us to be made holy by the sacrifice of the body of Jesus Christ, once for all time.
11 En een iegelijk priester stond wel alle dagen dienende, en dezelfde slachtofferen dikmaals offerende, die de zonden nimmermeer kunnen wegnemen;
11
Under the old covenant, the priest stands and ministers before the altar day after day, offering the same sacrifices again and again, which can never take away sins.
12 Maar Deze, een slachtoffer voor de zonden geofferd hebbende, is in eeuwigheid gezeten aan de rechter hand Gods;
12
But our High Priest offered himself to God as a single sacrifice for sins, good for all time. Then he sat down in the place of honor at God’s right hand.
13 Voorts verwachtende, totdat Zijn vijanden gesteld worden tot een voetbank Zijner voeten.
13
There he waits until his enemies are humbled and made a footstool under his feet.
14 Want met een offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden.
14
For by that one offering he forever made perfect those who are being made holy.
15 En de Heilige Geest getuigt het ons ook;
15
And the Holy Spirit also testifies that this is so. For he says,
16 Want nadat Hij te voren gezegd had: Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden;
16
“This is the new covenant I will make with my people on that day, says the LORD : I will put my laws in their hearts, and I will write them on their minds.”
17 En hun zonden en hun ongerechtigheden zal Ik geenszins meer gedenken.
17
Then he says, “I will never again remember their sins and lawless deeds.”
18 Waar nu vergeving derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde.
18
And when sins have been forgiven, there is no need to offer any more sacrifices.
19 Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben, om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus,
19
And so, dear brothers and sisters, we can boldly enter heaven’s Most Holy Place because of the blood of Jesus.
20 Op een versen en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is, door Zijn vlees;
20
By his death, Jesus opened a new and life-giving way through the curtain into the Most Holy Place.
21 En dewijl wij hebben een groten Priester over het huis Gods;
21
And since we have a great High Priest who rules over God’s house,
22 Zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein water.
22
let us go right into the presence of God with sincere hearts fully trusting him. For our guilty consciences have been sprinkled with Christ’s blood to make us clean, and our bodies have been washed with pure water.
23 Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vast houden; (want Die het beloofd heeft, is getrouw);
23
Let us hold tightly without wavering to the hope we affirm, for God can be trusted to keep his promise.
24 En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en der goede werken;
24
Let us think of ways to motivate one another to acts of love and good works.
25 En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.
25
And let us not neglect our meeting together, as some people do, but encourage one another, especially now that the day of his return is drawing near.
26 Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden;
26
Dear friends, if we deliberately continue sinning after we have received knowledge of the truth, there is no longer any sacrifice that will cover these sins.
27 Maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden.
27
There is only the terrible expectation of God’s judgment and the raging fire that will consume his enemies.
28 Als iemand de wet van Mozes heeft te niet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen;
28
For anyone who refused to obey the law of Moses was put to death without mercy on the testimony of two or three witnesses.
29 Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zoon van God vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid heeft aangedaan?
29
Just think how much worse the punishment will be for those who have trampled on the Son of God, and have treated the blood of the covenant, which made us holy, as if it were common and unholy, and have insulted and disdained the Holy Spirit who brings God’s mercy to us.
30 Want wij kennen Hem, Die gezegd heeft: Mijn is de wraak, Ik zal het vergelden, spreekt de Heere. En wederom: De Heere zal Zijn volk oordelen.
30
For we know the one who said, “I will take revenge. I will pay them back.” He also said, “The LORD will judge his own people.”
31 Vreselijk is het te vallen in de handen des levenden Gods.
31
It is a terrible thing to fall into the hands of the living God.
32 Doch gedenkt de vorige dagen, in dewelke, nadat gij verlicht zijt geweest, gij veel strijd des lijdens hebt verdragen.
32
Think back on those early days when you first learned about Christ. Remember how you remained faithful even though it meant terrible suffering.
33 Ten dele, als gij door smaadheden en verdrukkingen een schouwspel geworden zijt; en ten dele, als gij gemeenschap gehad hebt met degenen, die alzo behandeld werden.
33
Sometimes you were exposed to public ridicule and were beaten, and sometimes you helped others who were suffering the same things.
34 Want gij hebt ook over mijn banden medelijden gehad, en de roving uwer goederen met blijdschap aangenomen, wetende, dat gij hebt in uzelven een beter en blijvend goed in de hemelen.
34
You suffered along with those who were thrown into jail, and when all you owned was taken from you, you accepted it with joy. You knew there were better things waiting for you that will last forever.
35 Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft.
35
So do not throw away this confident trust in the Lord. Remember the great reward it brings you!
36 Want gij hebt lijdzaamheid van node, opdat gij, den wil van God gedaan hebbende, de beloftenis moogt wegdragen;
36
Patient endurance is what you need now, so that you will continue to do God’s will. Then you will receive all that he has promised.
37 Want: Nog een zeer weinig tijds en Hij, Die te komen staat, zal komen, en niet vertoeven.
37
“For in just a little while, the Coming One will come and not delay.
38 Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen.
38
And my righteous ones will live by faith. But I will take no pleasure in anyone who turns away.”
39 Maar wij zijn niet van degenen, die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen, die geloven tot behouding der ziel.
39
But we are not like those who turn away from God to their own destruction. We are the faithful ones, whose souls will be saved.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.
Holy Bible. New Living Translation copyright© 1996, 2004, 2007, 2013 by
Tyndale House Foundation. Used by permission of Tyndale House Publishers Inc., Carol Stream, Illinois 60188. All rights reserved.