2 Samuël 6:4-14

4 Toen zij hem nu uit het huis van Abinadab, dat op den heuvel is, met de ark Gods, wegvoerden, zo ging Ahio voor de ark henen.
5 En David en het ganse huis Israels speelden voor het aangezicht des HEEREN, met allerlei snarenspel van dennenhout, als met harpen, en met luiten, en met trommelen, ook met schellen, en met cimbalen.
6 Als zij nu kwamen tot aan Nachons dorsvloer, zo strekte Uza zijn hand uit aan de ark Gods, en hield ze, want de runderen struikelden.
7 Toen ontstak de toorn des HEEREN tegen Uza, en God sloeg hem aldaar, om deze onbedachtzaamheid; en hij stierf aldaar bij de ark Gods.
8 En David ontstak, omdat de HEERE een scheur gescheurd had aan Uza; en hij noemde dezelve plaats Perez-Uza, tot op dezen dag.
9 En David vreesde den HEERE ten zelven dage; en hij zeide: Hoe zal de ark des HEEREN tot mij komen?
10 David dan wilde de ark des HEEREN niet tot zich laten overbrengen in de stad Davids; maar David deed ze afwijken in het huis van Obed-Edom, den Gethiet.
11 En de ark des HEEREN bleef in het huis van Obed-Edom, den Gethiet, drie maanden; en de HEERE zegende Obed-Edom en zijn ganse huis.
12 Toen boodschapte men den koning David, zeggende: De HEERE heeft het huis van Obed-Edom, en al wat hij heeft, gezegend om der ark Gods wil; zo ging David heen en haalde de ark Gods uit het huis van Obed-Edom opwaarts in de stad Davids, met vreugde.
13 En het geschiedde, als zij, die de ark des HEEREN droegen, zes treden voortgetreden waren, dat hij ossen en gemest vee offerde.
14 En David huppelde met alle macht voor het aangezicht des HEEREN; en David was omgord met een linnen lijfrok.

2 Samuël 6:4-14 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO SECOND SAMUEL 6

In this chapter we are told that David fetched the ark from Baale of Judah, with an intent to bring it to his own city, 2Sa 6:1-5; but Uzzah being smitten for his error concerning it, David was displeased, and left it at the house of Obededom, where it remained three months, and proved a blessing to his house, 2Sa 6:6-11; which David hearing of, went and brought it from thence with great expressions of joy before it as it came along, and offered offerings to the Lord at the setting it in its place, and gave gifts to the people, 2Sa 6:12-19; but Michal his wife was displeased with some of his gestures on that occasion, which made some difference between them, and which, on Michal's part, was resented by the Lord himself; for she became barren for it to the time of her death, 2Sa 6:20-23.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.