2 Samuël 6:9

9 En David vreesde den HEERE ten zelven dage; en hij zeide: Hoe zal de ark des HEEREN tot mij komen?

2 Samuël 6:9 Meaning and Commentary

2 Samuel 6:9

And David was afraid of the Lord that day
Lest he should be smitten for his error also, and especially as he had discovered some resentment at the Lord's dealing with Uzzah; when he ought to have been still and quiet, and submitted to the will of God, and owned his justice in it, confessed his own error, and been thankful for his sparing mercy vouchsafed to him:

and said, how shall the ark of the Lord come to me?
the meaning of which is not, how it should be brought to the place provided by him in Jerusalem, now Uzzah was dead, for there were Levites enough to carry it, as they afterwards did; but as signifying that it would be either boldness and presumption in him to do it, since God had shown such a mark of his displeasure at their proceeding, that he might be in doubt whether it was the will of God it should come to him; or as fearing it would be dangerous to him to have it with him, since he might be guilty of such an error, of the same, or like it, that had been committed.

2 Samuël 6:9 In-Context

7 Toen ontstak de toorn des HEEREN tegen Uza, en God sloeg hem aldaar, om deze onbedachtzaamheid; en hij stierf aldaar bij de ark Gods.
8 En David ontstak, omdat de HEERE een scheur gescheurd had aan Uza; en hij noemde dezelve plaats Perez-Uza, tot op dezen dag.
9 En David vreesde den HEERE ten zelven dage; en hij zeide: Hoe zal de ark des HEEREN tot mij komen?
10 David dan wilde de ark des HEEREN niet tot zich laten overbrengen in de stad Davids; maar David deed ze afwijken in het huis van Obed-Edom, den Gethiet.
11 En de ark des HEEREN bleef in het huis van Obed-Edom, den Gethiet, drie maanden; en de HEERE zegende Obed-Edom en zijn ganse huis.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.