Genesis 23:1-10

1 En het leven van Sara was honderd zeven en twintig jaren; dit waren de jaren des levens van Sara.
2 En Sara stierf te Kiriath-Arba, dat is Hebron, in het land Kanaan; en Abraham kwam om Sara te beklagen, en haar te bewenen.
3 Daarna stond Abraham op van het aangezicht van zijner dode, en hij sprak tot de zonen Heths, zeggende:
4 Ik ben een vreemdeling en inwoner bij u; geef mij een erfbegrafenis bij u, opdat ik mijn dode van voor mijn aangezicht begrave
5 En de zonen Heths antwoordden Abraham, zeggende tot hem:
6 Hoor ons, mijn heer! gij zijt een vorst Gods in het midden van ons; begraaf uw dode in de keure onzer graven; niemand van ons zal zijn graf voor u weren, dat gij uw dode niet zoudt begraven.
7 Toen stond Abraham op, en boog zich neder voor het volk des lands, voor de zonen Heths;
8 En hij sprak met hen, zeggende: Is het met uw wil, dat ik mijn dode begrave van voor mijn aangezicht; zo hoort mij, en spreekt voor mij bij Efron, den zoon van Zohar,
9 Dat hij mij geve de spelonk van Machpela, die hij heeft, die in het einde van zijn akker is, dat hij dezelve mij om het volle geld geve, tot een erfbegrafenis in het midden van u.
10 Efron nu zat in het midden van de zonen Heths; en Efron de Hethiet antwoordde Abraham, voor de oren van de zonen Heths, van al degenen, die ter poorte zijner stad ingingen, zeggende:

Genesis 23:1-10 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO GENESIS 23

This chapter treats of the age, death, and funeral of Sarah, and the place of her interment: of her age, Ge 23:1; of her death, Ge 23:2; of the motion Abraham made to the sons of Heth, to obtain a burial place among them, Ge 23:3,4; of the answer of them to him, giving him leave to bury in any of their sepulchres, Ge 23:5,6; of a second motion of his to them, to use their interest with Ephron the Hittite, to let him have the cave of Machpelah for the above purpose, Ge 23:7-9; of Ephron's consent unto it, Ge 23:10,11; of the purchase Abraham made of it for four hundred shekels of silver, Ge 23:12-16; and of its being secured unto him, which he interred Sarah his wife, Ge 23:17-20.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.