Psalmen 33:2-12

2 Looft den HEERE met de harp; psalmzingt Hem met de luit, en het tiensnarig instrument.
3 Zingt Hem een nieuw lied; speelt wel met vrolijk geschal.
4 Want des HEEREN woord is recht, en al Zijn werk getrouw.
5 Hij heeft gerechtigheid en gericht lief; de aarde is vol van de goedertierenheid des HEEREN.
6 Door het Woord des HEEREN zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest Zijns monds al hun heir.
7 Hij vergadert de wateren der zee als op een hoop; Hij stelt den afgronden schatkameren.
8 Laat de ganse aarde voor den HEERE vrezen; laat alle inwoners van de wereld voor Hem schrikken.
9 Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er.
10 De HEERE vernietigt den raad der heidenen; Hij breekt de gedachten der volken.
11 Maar de raad des HEEREN bestaat in eeuwigheid, de gedachten Zijns harten van geslacht tot geslacht.
12 Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is; het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft.

Images for Psalmen 33:2-12

Psalmen 33:2-12 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO PSALM 33

Though this psalm has no title to it, it seems to be a psalm of David, from the style and matter of it; and indeed begins with the same words with which the preceding psalm is ended. Theodoret is of opinion it was written by David as a prophecy concerning Hezekiah, as a song to be sung by the people after the destruction of the Assyrian army.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.