Psalmen 35:7-17

7 Want zij hebben zonder oorzaak de groeve van hun net voor mij verborgen; zij hebben zonder oorzaak gegraven voor mijn ziel.
8 De verwoesting overkome hem, dat hij het niet wete, en zijn net, dat hij verborgen heeft, vange hemzelven; hij valle daarin met verwoesting.
9 Zo zal mijn ziel zich verheugen in den HEERE; zij zal vrolijk zijn in Zijn heil.
10 Al mijn beenderen zullen zeggen: HEERE, wie is U gelijk! U, Die den ellendige redt van dien, die sterker is dan hij, en den ellendige en nooddruftige van zijn berover.
11 Wrevelige getuigen staan er op; hetgeen ik niet weet, eisen zij van mij.
12 Zij vergelden mij kwaad voor goed, de beroving mijner ziel.
13 Mij aangaande daarentegen, als zij krank waren, was een zak mijn kleed; ik kwelde mijn ziel met vasten, en mijn gebed keerde weder in mijn boezem.
14 Ik ging steeds, alsof het een vriend, alsof het mij een broeder geweest ware; ik ging gebukt in het zwart, als een, die over zijn moeder treurt.
15 Maar als ik hinkte, waren zij verblijd, en verzamelden zich; zij verzamelden zich tot mij als geslagenen, en ik merkte niets; zij scheurden hun klederen, en zwegen niet stil.
16 Onder de huichelende spotachtige tafelbroeders knersten zij over mij met hun tanden.
17 HEERE! hoe lang zult Gij toezien? Breng mijn ziel weder van hunlieder verwoestingen, mijn eenzame van de jonge leeuwen.

Psalmen 35:7-17 Meaning and Commentary

INTRODUCTION TO PSALM 35

\\<<[A Psalm] of David>>\\. This psalm seems to have been written by David, when he was persecuted by Saul; and when many false charges were brought against him by his courtiers; and when he was the scorn and derision of the people; the subject of it is pretty much of the same kind with the seventh psalm, and might be written about the same time that was, and on the same occasion; and it may be applied to the church and people of God in like cases. There is a passage in it, Ps 35:19, which our Lord seems to refer to and apply to himself, Joh 15:25; and some interpret the whole of it concerning him. The Arabic version calls it a prophecy of the incarnation; though there does not appear any thing in it applicable to that.

The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.