1 Corinthiërs 7:13

13 En een vrouw, die een ongelovige man heeft, en hij tevreden is bij haar te wonen, dat zij hem niet verlate.

1 Corinthiërs 7:13 Meaning and Commentary

1 Corinthians 7:13

And the woman which hath an husband that believeth
The apostle puts the case both ways, there being the same reason for one as for another; that if she that was a sister, who was partaker of the grace of God, and a member of the church, had a husband to whom she was married before her conversion; who was an unbeliever, had no faith in Christ, nor any notion of the Gospel, but an infidel to both:

and if he be pleased to dwell with her;
loves her, and is willing to continue with her; neither puts her away from him, nor departs from her on account of her Christianity:

let her not leave him;
but continue, and cohabit with him as man and wife; this is the advice the apostle gives, as agreeably to the light of nature and reason; as becoming the Gospel of Christ, and as what might serve to recommend it, and spread the knowledge of it.

1 Corinthiërs 7:13 In-Context

11 En indien zij ook scheidt, dat zij ongetrouwd blijve, of met den man verzoene; en dat de man de vrouw niet verlate.

12 Maar den anderen zeg ik, niet de Heere: Indien enig broeder een ongelovige vrouw heeft, en dezelve tevreden is bij hem te wonen, dat hij ze niet verlate.

13 En een vrouw, die een ongelovige man heeft, en hij tevreden is bij haar te wonen, dat zij hem niet verlate.

14 Want de ongelovige man is geheiligd door de vrouw, en de ongelovige vrouw is geheiligd door den man; want anders waren uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig.

15 Maar indien de ongelovige scheidt, dat hij scheide. De broeder of de zuster wordt in zodanige gevallen niet dienstbaar gemaakt; maar God heeft ons tot vrede geroepen.