1 Koningen 1:28

28 En de koning David antwoordde en zeide: Roept mij Bathseba; en zij kwam voor het aangezicht des konings, en stond voor het aangezicht des konings.

1 Koningen 1:28 Meaning and Commentary

1 Kings 1:28

Then King David answered and said
Observing that Nathan confirmed the account that Bathsheba had given, and that it must be a matter of fact that Adonijah had usurped the throne, gave orders to those about him, saying,

call me Bathsheba;
who either went out of the room when Nathan entered it, or however removed to some distant part of it, out of the sight of David:

and she came into the king's presence, and stood before the king;
came to the side or foot of his bed, hearkening to what he had to say to her.

1 Koningen 1:28 In-Context

26 Maar mij, die uw knecht ben, en Zadok, den priester, en Benaja, den zoon van Jojada, en Salomo, uw knecht, heeft hij niet genood.
27 Is deze zaak van mijn heer den koning geschied? En hebt gij uw knecht niet bekend gemaakt, wie op den troon van mijn heer den koning na hem zitten zou?
28 En de koning David antwoordde en zeide: Roept mij Bathseba; en zij kwam voor het aangezicht des konings, en stond voor het aangezicht des konings.
29 Toen zwoer de koning, en zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, die mijn ziel uit allen nood verlost heeft;
30 Voorzeker, gelijk als ik u gezworen heb bij den HEERE, den God Israels, zeggende: Voorzeker zal uw zoon Salomo na mij koning zijn, en zal op mijn troon in mijn plaats zitten; voorzeker, alzo zal ik te dezen zelfden dage doen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.