1 Koningen 1:31

31 Toen neigde zich Bathseba met het aangezicht ter aarde, en boog zich neder voor den koning, en zeide: Mijn heer de koning David leve in eeuwigheid!

1 Koningen 1:31 Meaning and Commentary

1 Kings 1:31

Then Bathsheba bowed with [her] face to the earth, and did
reverence to the king
Thereby expressing her veneration of him, and thankfulness to him for his favour to her and her son, in fulfilling his promise and oath:

and said, let my lord King David live for ever;
which though a common form of salutation of kings, not only in Israel, but in other nations, is not to be considered as a mere compliment, but as expressing the real desires and affection of her heart to the king; signifying hereby that her solicitations on the behalf of her son did not arise from any desire of the king's death; she heartily wished him health to live long and easy; and all her request was, that Solomon her son might succeed him, whenever it pleased God to remove him; or seeing he was now a dying man as it were, her prayer was that his soul might live for ever in happiness in the world to come; so Kimchi interprets it.

1 Koningen 1:31 In-Context

29 Toen zwoer de koning, en zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, die mijn ziel uit allen nood verlost heeft;

30 Voorzeker, gelijk als ik u gezworen heb bij den HEERE, den God Israels, zeggende: Voorzeker zal uw zoon Salomo na mij koning zijn, en zal op mijn troon in mijn plaats zitten; voorzeker, alzo zal ik te dezen zelfden dage doen.

31 Toen neigde zich Bathseba met het aangezicht ter aarde, en boog zich neder voor den koning, en zeide: Mijn heer de koning David leve in eeuwigheid!

32 En de koning David zeide: Roep mij Zadok, den priester, en Nathan, den profeet, en Benaja, den zoon van Jojada; en zij kwamen voor het aangezicht des konings.

33 En de koning zeide tot hen: Neemt met u de knechten uws heren, en doet mijn zoon Salomo rijden op de muilezelin, die voor mij is; en voert hem af naar Gihon.