1 Koningen 1:49

49 Toen verschrikten en stonden op al de genoden, die bij Adonia waren, en gingen een iegelijk zijns weegs.

1 Koningen 1:49 Meaning and Commentary

1 Kings 1:49

And all the guests that [were] with Adonijah [were] afraid,
&c.] Though many of them were military men, the general of the army, and the captains thereof, ( 1 Kings 1:19 1 Kings 1:25 ) ; yet they were struck with a panic, their courage failed them, they had no spirit left in them, their hearts became as weak as water; had they exerted themselves according to their character, betaken themselves to arms, and put themselves at the head of their troops in favour of Adonijah, it would have given Solomon and his friends a great deal of trouble; no doubt this panic was of God:

and rose up, and went every man his way;
or to his house, as the Arabic version; on hearing what Jonathan reported, they immediately rose up from table in great haste, and made the best of their way to their houses, that it might not be known that they had been with Adonijah.

1 Koningen 1:49 In-Context

47 Zo zijn ook de knechten des konings gekomen, om onzen heer, den koning David, te zegenen, zeggende: Uw God make den naam van Salomo beter dan uw naam, en make zijn troon groter dan uw troon; en de koning heeft aangebeden op de slaapstede.

48 Ja, ook heeft de koning aldus gezegd: Geloofd zij de HEERE, de God Israels, Die heden gegeven heeft een, zittende op mijn troon, dat het mijn ogen gezien hebben!

49 Toen verschrikten en stonden op al de genoden, die bij Adonia waren, en gingen een iegelijk zijns weegs.

50 Doch Adonia vreesde voor Salomo, en hij stond op, en ging heen, en vatte de hoornen des altaars.

51 En men maakte Salomo bekend, zeggende: Zie, Adonia vreest den koning Salomo, want zie, hij heeft de hoornen des altaars gevat, zeggende: Dat de koning Salomo mij als heden zwere, dat hij zijn knecht met het zwaard niet doden zal!