1 Koningen 12:25

25 Jerobeam nu bouwde Sichem op het gebergte van Efraim, en woonde daarin, en toog van daar uit, en bouwde Penuel.

1 Koningen 12:25 Meaning and Commentary

1 Kings 12:25

Then Jeroboam built Shechem in Mount Ephraim, and dwelt
therein
Not that this city had lain in ruins from the times of Abimelech, ( Judges 9:45 ) for then it would not have been a proper place for the convention of the people, ( 1 Kings 12:1 ) but he repaired the walls of it, and fortified it, and built a palace in it for his residence:

and went out from thence, and built Penuel;
a place on the other side Jordan, the tower of which was beaten down by Gideon, ( Judges 8:17 ) and might be now rebuilt, or at least the city was repaired by him, and anew fortified, perhaps for the better security of his dominions on that side Jordan; though Fortunatus Scacchus ^F16 is of opinion that this was an altar, the same as at Carmel, ( 1 Kings 18:30 ) , which Jeroboam built, and called by this name in testimony of the common religion of the Israelites and Jews.

---

FOOTNOTES:

F16 Elaeochrism. Myrothec. l. 2. c. 58. col. 593.

1 Koningen 12:25 In-Context

23 Zeg tot Rehabeam, den zoon van Salomo, den koning van Juda, en tot het ganse huis van Juda en Benjamin, en overige des volks, zeggende:

24 Zo zegt de HEERE: Gij zult niet optrekken, noch strijden tegen uw broederen, de kinderen Israels; een ieder kere weder tot zijn huis, want deze zaak is van Mij geschied. En zij hoorden het woord des HEEREN, en keerden weder, om weg te trekken naar het woord des HEEREN.

25 Jerobeam nu bouwde Sichem op het gebergte van Efraim, en woonde daarin, en toog van daar uit, en bouwde Penuel.

26 En Jerobeam zeide in zijn hart: Nu zal het koninkrijk weder tot het huis van David keren.

27 Zo dit volk opgaan zal om offeranden te doen in het huis des HEEREN te Jeruzalem, zo zal het hart dezes volks tot hun heer, tot Rehabeam, den koning van Juda, wederkeren; ja, zij zullen mij doden, en tot Rehabeam, den koning van Juda, wederkeren.