1 Koningen 22:16

16 En de koning zeide tot hem: Tot hoe vele reizen zal ik u bezweren, opdat gij tot mij niet spreekt, dan alleen de waarheid, in den Naam des HEEREN?

1 Koningen 22:16 Meaning and Commentary

1 Kings 22:16

And the king said unto him, how many times shall I adjure
thee
Not that he had as yet adjured him at all, or not till now; but he asks him how often he must be obliged to do it; and now he adjures him once for all, that he might not be forced to repeat it:

that thou tell me nothing but that which is true in the name of the
Lord?
for he observed he did not speak in the name of the Lord before, and what he said was not in a serious but ludicrous manner, and not to be regarded as truth.

1 Koningen 22:16 In-Context

14 Doch Micha zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, hetgeen de HEERE tot mij zeggen zal, dat zal ik spreken.
15 Als hij tot den koning gekomen was, zo zeide de koning tot hem: Micha, zullen wij naar Ramoth in Gilead ten strijde trekken, of zullen wij het nalaten? En hij zeide tot hem: Trek op, en gij zult voorspoedig zijn, want de HEERE zal ze in de hand des konings geven.
16 En de koning zeide tot hem: Tot hoe vele reizen zal ik u bezweren, opdat gij tot mij niet spreekt, dan alleen de waarheid, in den Naam des HEEREN?
17 En hij zeide: Ik zag het ganse Israel verstrooid op de bergen, gelijk schapen, die geen herder hebben; en de HEERE zeide: Dezen hebben geen heer; een iegelijk kere weder naar zijn huis in vrede.
18 Toen zeide de koning van Israel tot Josafat: Heb ik tot u niet gezegd: Hij zal over mij niets goed, maar kwaads profeteren?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.