1 Koningen 3:20

20 En zij stond ter middernacht op, en nam mijn zoon van bij mij, als uw dienstmaagd sliep, en legde hem in haar schoot, en haar doden zoon legde zij in mijn schoot.

1 Koningen 3:20 Meaning and Commentary

1 Kings 3:20

And she arose at midnight
Perceiving what she had done, that she had overlaid her child, and it was dead; either through fear of punishment inflicted on persons thus negligent, or because of the disgrace of it, taking no more care of her child, she made use of the following stratagem: and took my son from beside me, while thine handmaid slept;
this served to puzzle the cause, for how could she know what she did when she was asleep? this she could not prove, it was only conjecture: and laid it in her bosom, and laid her dead child in my bosom;
where she found it in the morning; but still what proof was there that it was the other woman's, and not her own, that lay dead in her bosom?

1 Koningen 3:20 In-Context

18 Het is nu geschied op den derden dag na mijn baren dat deze vrouw ook gebaard heeft; en wij waren te zamen, geen vreemde was met ons in dat huis, behalve ons tweeen in het huis.
19 En de zoon dezer vrouw is des nachts gestorven, omdat zij op hem gelegen had.
20 En zij stond ter middernacht op, en nam mijn zoon van bij mij, als uw dienstmaagd sliep, en legde hem in haar schoot, en haar doden zoon legde zij in mijn schoot.
21 En ik stond in de morgen op, om mijn zoon te zogen, en zie, hij was dood; maar ik lette in den morgen op hem, en zie, het was mijn zoon niet, dien ik gebaard had.
22 Toen zeide de andere vrouw: Neen, maar die levende is mijn zoon, en de dode is uw zoon; gene daarentegen zeide: Neen, maar de dode is uw zoon, en de levende is mijn zoon! Alzo spraken zij voor het aangezicht des konings.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.