1 Koningen 3:27

27 Toen antwoordde de koning, en zeide: Geeft aan die het levende kind, den doodt het geenszins; die is zijn moeder.

1 Koningen 3:27 Meaning and Commentary

1 Kings 3:27

Then the king answered and said, give her the living child,
and in no wise slay it
That is, to her who desired it might not be slain, but rather be given to her who had no right to it:

she [is] the mother thereof;
which might be strongly concluded from her compassion for it, her eagerness and earnestness to have its life spared, and from the indifference of the other, yea, from her cruelty and barbarity in moving to have it divided.

1 Koningen 3:27 In-Context

25 En de koning zeide: Doorsnijdt dat levende kind in tweeen, en geeft de ene een helft, en de andere een helft.
26 Maar de vrouw, welker zoon de levende was, sprak tot den koning (want haar ingewand ontstak over haar zoon), en zeide: Och, mijn heer! Geef haar dat levende kind, en dood het geenszins; deze daarentegen zeide: Het zij noch het uwe noch het mijne, doorsnijdt het.
27 Toen antwoordde de koning, en zeide: Geeft aan die het levende kind, den doodt het geenszins; die is zijn moeder.
28 En geheel Israel hoorde dat oordeel, dat de koning geoordeeld had, en vreesde voor het aangezicht des konings; want zij zagen, dat de wijsheid Gods in hem was, om recht te doen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.