1 Koningen 4:11

11 De zoon van Abinadab had de ganse landstreek van Dor; deze had Tafath, de dochter van Salomo, tot een vrouw.

1 Koningen 4:11 Meaning and Commentary

1 Kings 4:11

The son of Abinadab in all the region of Dor
The same with Dor and her towns, belonged to the half tribe of Manasseh, on this side Jordan, ( Joshua 17:11 ) ; which had Taphath the daughter of Solomon to wife;
not when he was first put into this office, when, in all probability, Solomon had not a daughter marriageable; but behaving well in it, in process of time he bestowed a daughter of his on him.

1 Koningen 4:11 In-Context

9 De zoon van Deker in Makaz, en in Saalbim, en Beth-Semes, en Elon-Beth-hanan.
10 De zoon van Hesed in Arubboth; hij had daartoe Socho en het ganse land Hefer.
11 De zoon van Abinadab had de ganse landstreek van Dor; deze had Tafath, de dochter van Salomo, tot een vrouw.
12 Baana, de zoon van Ahilud, had Taanach, en Megiddo, en het ganse Beth-Sean, hetwelk is bij Zartana, beneden van Jizreel, van Beth-Sean aan tot Abel-Mehola, tot op gene zijde van Jokmeam.
13 De zoon van Geber was te Ramoth in Gilead; hij had de dorpen van Jair, den zoon van Manasse, die in Gilead zijn; ook had hij de streek van Argob, welke is in Basan, zestig grote steden, met muren en koperen grendelen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.