1 Koningen 4:20

20 Juda nu en Israel waren velen, als zand, dat aan de zee is in menigte, etende, en drinkende, en blijde zijnde.

1 Koningen 4:20 Meaning and Commentary

1 Kings 4:20

Judah and Israel [were] many, as the sand which [is] by the
sea in multitude
Being blessed with great fruitfulness in their families, and having no pestilential disease among them, nor wars to lessen their number, and so the promise to Abraham was fulfilled, ( Genesis 22:17 ) ; and which was an emblem of Christ's spiritual subjects, especially in the latter day, whom Solomon was a type of, see ( Hosea 1:10 ) ; eating, and drinking, and making merry;
having a large increase of the fruits of the earth, and in no fear of any enemies; expressive of the spiritual joy of believers in the kingdom of Christ, and under the word and ordinances, ( Song of Solomon 2:3 Song of Solomon 2:4 ) ( 5:1 ) ( Romans 5:2 Romans 5:3 Romans 5:11 ) ( 14:17 ) .

1 Koningen 4:20 In-Context

18 Simei, de zoon van Ela, in Benjamin.
19 Geber, de zoon van Uri, was in het land Gilead, het land van Sihon, den koning der Amorieten, en van Og, den koning van Basan, en hij was de enige bestelmeester, die in dat land was.
20 Juda nu en Israel waren velen, als zand, dat aan de zee is in menigte, etende, en drinkende, en blijde zijnde.
21 En Salomo was heersende over al de koninkrijken, van de rivier tot het land der Filistijnen, en tot aan de landpale van Egypte; die brachten geschenken, en dienden Salomo al de dagen zijns levens.
22 De spijze nu van Salomo was voor een dag, dertig kor meelbloem, en zestig kor meel;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.