1 Koningen 4:8

8 En dit zijn hun namen: de zoon van Hur was in het gebergte van Efraim.

1 Koningen 4:8 Meaning and Commentary

1 Kings 4:8

And these [are] their names
Or rather the names of their fathers; for of many of them not their own names but their fathers' names are given, as being well known:

the son of Hur, in Mount Ephraim;
a fruitful country in the tribe of Ephraim, from whence this officer was to furnish the king with provisions for one month in the year.

1 Koningen 4:8 In-Context

6 En Ahisar was hofmeester; en Adoniram, de zoon van Abda, was over de schatting.
7 En Salomo had twaalf bestelmeesters over gans Israel, die den koning en zijn huis verzorgden; voor elk was een maand in het jaar om te verzorgen.
8 En dit zijn hun namen: de zoon van Hur was in het gebergte van Efraim.
9 De zoon van Deker in Makaz, en in Saalbim, en Beth-Semes, en Elon-Beth-hanan.
10 De zoon van Hesed in Arubboth; hij had daartoe Socho en het ganse land Hefer.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.