1 Koningen 5:3

3 Gij weet, dat mijn vader David den Naam des HEEREN, zijns Gods, geen huis kon bouwen, vanwege de oorlogen, waarmede zij hem omsingelden, totdat de HEERE hen onder zijn voetzolen gaf.

1 Koningen 5:3 Meaning and Commentary

1 Kings 5:3

Thou knowest how that David my father could not build an house
unto the name of the Lord his God
As he designed, and was desirous of; and which Hiram might know not only by common fame, but from David himself, between whom there was an intercourse, and that in relation to cedars for building, which David had of Hiram, ( 2 Chronicles 2:3 ) ;

for the wars which were about him on every side;
or warriors, as the Targum, the Philistines, Moabites, Edomites, and Syrians:

until the Lord put them under the soles of his feet;
made them subject and tributary to him, as he did at length, see ( 2 Samuel 7:1 ) ( 8:1 ) so the "Cetib", or textual reading, is; but the "Keri", or marginal reading, is, "under the soles of my feet"; that is, Solomon's, which agrees with what follows; it was true of both.

1 Koningen 5:3 In-Context

1 En Hiram, de koning van Tyrus, zond zijn knechten tot Salomo (want hij had gehoord, dat zij Salomo tot koning gezalfd hadden in zijns vaders plaats), dewijl Hiram David altijd bemind had.

2 Daarna zond Salomo tot Hiram, zeggende:

3 Gij weet, dat mijn vader David den Naam des HEEREN, zijns Gods, geen huis kon bouwen, vanwege de oorlogen, waarmede zij hem omsingelden, totdat de HEERE hen onder zijn voetzolen gaf.

4 Maar nu heeft de HEERE, mijn God, mij van rondom rust gegeven; er is geen tegenpartijder, en geen bejegening van kwaad.

5 En zie, ik denk voor den Naam van den HEERE, mijn God, een huis te bouwen; gelijk als de HEERE gesproken heeft tot mijn vader David, zeggende: Uw zoon, dien Ik in uw plaats op uw troon zetten zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen.