1 Koningen 8:19

19 Evenwel gij zult dat huis niet bouwen; maar uw zoon, die uit uw lendenen voortkomen zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen.

1 Koningen 8:19 Meaning and Commentary

1 Kings 8:19

Nevertheless, thou shall not build the house
Which is implied in the question in ( 2 Samuel 7:5 )

but thy son that shall come forth out of thy loins, he shall build
the house unto my name;
which is expressed in ( 2 Samuel 7:12-13 ) .

1 Koningen 8:19 In-Context

17 Het was ook in het hart van mijn vader David, een huis den Naam van den HEERE, den God Israels, te bouwen.
18 Maar de HEERE zeide tot David, mijn vader: Dewijl dat in uw hart geweest is Mijn Naam een huis te bouwen, gij hebt welgedaan, dat het in uw hart geweest is.
19 Evenwel gij zult dat huis niet bouwen; maar uw zoon, die uit uw lendenen voortkomen zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen.
20 Ze heeft de HEERE bevestigd Zijn woord, dat Hij gesproken had; want ik ben opgestaan in de plaats van mijn vader David, en ik zit op den troon van Israel, gelijk als de HEERE gesproken heeft; en ik heb een huis gebouwd den Naam des HEEREN, des Gods van Israel.
21 En ik heb daar een plaats beschikt voor de ark, waarin het verbond des HEEREN is, hetwelk Hij met onze vaderen maakte, als Hij hen uit Egypteland uitvoerde.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.