1 Koningen 9:8

8 En aangaande dit huis, dat verheven zal geweest zijn, al wie voor hetzelve zal voorbijgaan, zal zich ontzetten en fluiten; men zal zeggen: Waarom heeft de HEERE alzo gedaan aan dit land en aan dit huis?

1 Koningen 9:8 Meaning and Commentary

1 Kings 9:8

And at this house which is high
The house of the most High, as some render it, and in high esteem, fame, and glory, as well as it was built on an high hill, and was itself one hundred and twenty cubits high, ( 2 Chronicles 3:4 ) , the Targum is,

``and this house which was high shall be destroyed:''

everyone that passeth by it shall be astonished;
at the ruins of the temple, and of the city of Jerusalem, which had been so magnificent:

and shall hiss;
in scorn and derision of the people of Israel, rejoicing in their ruin:

and they shall say, why hath the Lord done thus unto this land, and to
this house?
or suffered it to be done, to lie thus in waste and ruins; a land in which it had been said he delighted, and looked unto from one end of the year to the other, and a house he had taken up his dwelling in; surely something more than ordinary, they suggest, must be the cause of all this.

1 Koningen 9:8 In-Context

6 Maar zo gijlieden u te enen male afkeren zult, gij en uw kinderen, van Mij na te volgen, en niet houden zult Mijn geboden en Mijn inzettingen, die Ik voor uw aangezicht gegeven heb; maar heengaan, en andere goden dienen, en u voor dezelve nederbuigen zult;

7 Zo zal Ik Israel uitroeien van het land, dat Ik hun gegeven heb, en dit huis, hetwelk Ik Mijn Naam geheiligd heb, zal Ik van Mijn aangezicht wegwerpen; en Israel zal tot een spreekwoord en spotrede zijn onder alle volken.

8 En aangaande dit huis, dat verheven zal geweest zijn, al wie voor hetzelve zal voorbijgaan, zal zich ontzetten en fluiten; men zal zeggen: Waarom heeft de HEERE alzo gedaan aan dit land en aan dit huis?

9 En men zal zeggen: Omdat zij den HEERE, hun God, verlaten hebben, Die hun vaderen uit Egypteland uitgevoerd had, en hebben zich aan andere goden gehouden, en zich voor dezelve nedergebogen, en hen gediend; daarom heeft de HEERE al dit kwaad over hen gebracht.

10 En het geschiedde ten einde van twintig jaren, in dewelke Salomo die twee huizen gebouwd had, het huis des HEEREN en het huis des konings;