1 Kronieken 2:26

26 Jerahmeel had nog een andere vrouw, welker naam was Atara; zij was de moeder van Onam.

1 Kronieken 2:26 Meaning and Commentary

1 Chronicles 2:26

Jerahmeel had also another wife, whose name was Atarah
Distinct from his wife before named; or "another woman", which is a phrase for an harlot or concubine, ( Judges 11:2 ) which she might be, as Kimchi observes; though the former seems best:

she was the mother of Onam;
and perhaps was the only son she bore to Jerahmeel, of whose sons see ( 1 Chronicles 2:28 ) .

1 Kronieken 2:26 In-Context

24 En na den dood van Hezron, in Kaleb-Efratha, heeft Abia, Hezrons huisvrouw, hem ook gebaard Aschur, de vader van Thekoa.
25 De kinderen van Jerahmeel nu, den eerstgeborene van Hezron, waren deze: de eerstgeborene was Ram, daartoe Buna, en Oren, en Ozem en Ahia.
26 Jerahmeel had nog een andere vrouw, welker naam was Atara; zij was de moeder van Onam.
27 En de kinderen van Ram, den eerstgeborene van Jerahmeel waren Maaz, en Jamin, en Eker.
28 En de kinderen van Onam waren Sammai en Jada. En de kinderen van Sammai: Nadab en Abisur.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.