1 Kronieken 2:47

47 De kinderen van Jochdai nu waren Regem, en Jotham, en Gesan, en Pelet, en Efa, en Saaf.

1 Kronieken 2:47 Meaning and Commentary

1 Chronicles 2:47

And the sons of Jahdai
Who is not mentioned by this name before; perhaps the same with Moza, who might have two names, though, according to Hillerus F20, he was the son of Moza; some take it to be the name of another of Caleb's concubines, by whom he had the six following sons: Regem, and Jotham, and Geshan, and Pelet, and Ephah, and Shaaph;
one of these, Pelet perhaps, gave name to Bethpalet in the tribe of Judah, ( Joshua 15:27 ) .


FOOTNOTES:

F20 Onomast. Sacr. p. 841.

1 Kronieken 2:47 In-Context

45 De kinderen van Sammai nu waren Maon; en Maon was de vader van Beth-Zur.
46 En Efa, het bijwijf van Kaleb, baarde Haran, en Moza, en Gazez; en Haran gewon Gazez.
47 De kinderen van Jochdai nu waren Regem, en Jotham, en Gesan, en Pelet, en Efa, en Saaf.
48 Uit het bijwijf Maacha gewon Kaleb: Seber en Tirhana.
49 En de huisvrouw van Saaf, den vader van Madmanna, baarde Seva, den vader van Machbena, en den vader van Gibea; en de dochter van Kaleb was Achsa.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.