1 Kronieken 2:52

52 De kinderen van Sobal, den vader van Kirjath-Jearim, waren Haroe en Hazihammenuchoth.

1 Kronieken 2:52 Meaning and Commentary

1 Chronicles 2:52

And Shobal, the father of Kirjathjearim had sons
Which shows that Kirjathjearim is not the name of a man, or of any of Shobal's sons, who are next mentioned, but of a place of which he was prince: the first is

Haroeh,
who is called Reaiah, ( 1 Chronicles 4:2 ) a word of the same signification:

and half of the Manahethites;
which Kimchi takes to be the proper name of a man called Chatzihamanaheth, another son of Shobal's; but Jarchi interprets it of the name of a place or province called Manahath, ( 1 Chronicles 8:6 ) over half of which Haroeh was governor.

1 Kronieken 2:52 In-Context

50 Dit waren de kinderen van Kaleb, den zoon van Hur, den eerstgeborene van Efratha: Sobal, de vader van Kirjath-Jearim;
51 Salma, de vader der Bethlehemieten; Haref, de vader van Beth-Gader.
52 De kinderen van Sobal, den vader van Kirjath-Jearim, waren Haroe en Hazihammenuchoth.
53 En de geslachten van Kirjath-Jearim waren de Jithrieten, en de Futhieten, en de Sumathieten, en de Misraieten; van dezen zijn uitgegaan de Zoraieten en de Esthaolieten.
54 De kinderen van Salma waren de Bethlehemieten, en de Netofathieten, Atroth, Beth-Joab, en de helft der Manathieten, en de Zorieten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.