1 Kronieken 23:11

11 En Jahath was het hoofd, en Zizza de tweede; maar Jeus en Beria hadden niet vele kinderen; daarom waren zij in het vaderlijke huis maar van een telling.

1 Kronieken 23:11 Meaning and Commentary

1 Chronicles 23:11

And Jahath was the chief
The prince and head of a family:

and Ziza the second;
the same with Zina in ( 1 Chronicles 23:10 ) , and is there read Ziza in the Septuagint and Vulgate Latin versions:

but Jeush and Beriah had not many sons;
so as to constitute distinct families:

therefore they were in one reckoning, according to their father's
house;
made one family with their brethren.

1 Kronieken 23:11 In-Context

9 De kinderen van Simei waren Selomith, en Haziel, en Haran, drie; dezen waren de hoofden der vaderen van Ladan.
10 De kinderen van Simei nu waren Jahath, Zina, en Jeus, en Beria; dezen waren de kinderen van Simei; vier.
11 En Jahath was het hoofd, en Zizza de tweede; maar Jeus en Beria hadden niet vele kinderen; daarom waren zij in het vaderlijke huis maar van een telling.
12 De kinderen van Kehath waren Amram, Jizhar, Hebron en Uzziel; vier.
13 De kinderen van Amram waren Aaron en Mozes. Aaron nu werd afgezonderd, dat hij heiligde de allerheiligste dingen, hij en zijn zonen, tot in eeuwigheid, om te roken voor het aangezicht des HEEREN, om Hem te dienen en om in Zijn Naam tot in eeuwigheid te zegenen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.