1 Kronieken 26:6

6 Ook werden zijn zoon Semaja kinderen geboren, heersende over het huis huns vaders; want zij waren kloeke helden.

1 Kronieken 26:6 Meaning and Commentary

1 Chronicles 26:6

Also unto Shemaiah his son
His firstborn, ( 1 Chronicles 26:4 ) were sons born, that ruled throughout the house of their father;
were heads of families, eminent and principal men: for they were mighty men of valour;
which their office sometimes required them to be, to guard the temple at night as well as day from thieves and robbers, and to hinder resolute men entering in, unfit for it, and seize on rioters, and quell tumults raised.

1 Kronieken 26:6 In-Context

4 Obed-Edom had ook kinderen: Semaja was de eerstgeborene, Jozabad de tweede, Joah de derde, en Sachar de vierde, en Nethaneel de vijfde.
5 Ammiel de zesde, Issaschar de zevende, Peullethai de achtste; want God had hem gezegend.
6 Ook werden zijn zoon Semaja kinderen geboren, heersende over het huis huns vaders; want zij waren kloeke helden.
7 De kinderen van Semaja waren Othni, en Refael, en Obed, en Elzabad, zijn broeders, kloeke lieden; Elihu, en Semachja.
8 Deze allen waren uit de kinderen van Obed-Edom; zij, en hun kinderen, en hun broeders, kloeke mannen in kracht tot den dienst; daar waren er twee en zestig van Obed-Edom.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.