1 Kronieken 4:19

19 En de kinderen van de huisvrouw Hodija, de zuster van Naham, waren Abi-Kehila, de Garmiet, en Esthemoa, de Maachathiet.

1 Kronieken 4:19 Meaning and Commentary

1 Chronicles 4:19

And the sons of his wife Hodiah
Another wife of Mered. Hillerus F3 takes her to be the same with Jehudijah, ( 1 Chronicles 4:18 ) , though some F4 take Hodiah to be the name of a man, and read the words, "and the sons of the wife of Hodiah"; which wife of Hodiah was

the sister of Naham;
or rather Achotnaham, we render the sister of Naham, is the name of the first son of Hodiah, as some think F5:

the father of Keilah the Garmite;
prince of the city of Keilah, in the tribe of Judah, ( Joshua 15:44 ) who sprung from the family of Garmi:

and Eshtemoa the Maachathite;
the father or prince of the inhabitants of Eshtemoa, another city in the same tribe, see ( 1 Chronicles 4:17 ) who sprung from Maachah, see ( 1 Chronicles 2:48 ) .


FOOTNOTES:

F3 Onomastic. Sacr. p. 836.
F4 Michaelis in loc.
F5 Beckii Not. in Targ. 1 Chron. iv. 19.

1 Kronieken 4:19 In-Context

17 En de kinderen van Ezra waren Jether, en Mered, en Efer, en Jalon; en zij baarde Mirjam, en Sammai, en Isbah, den vader van Esthemoa.
18 En zijn Joodse huisvrouw baarde Jered, den vader van Gedor, en Heber, den vader van Socho, en Jekuthiel, den vader van Bitja, de dochter van Farao, die Mered genomen had.
19 En de kinderen van de huisvrouw Hodija, de zuster van Naham, waren Abi-Kehila, de Garmiet, en Esthemoa, de Maachathiet.
20 En de kinderen van Simon nu waren Amnon en Rinna, Ben-hanan en Tilon; en de kinderen van Isei waren Zoheth en Ben-Zoheth.
21 De kinderen van Sela, den zoon van Juda, waren Er, de vader van Lecha, en Lada, de vader van Maresa; en de huisgezinnen van het huis der linnenwerkers in het huis Asbea.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.