1 Kronieken 4:20

20 En de kinderen van Simon nu waren Amnon en Rinna, Ben-hanan en Tilon; en de kinderen van Isei waren Zoheth en Ben-Zoheth.

1 Kronieken 4:20 Meaning and Commentary

1 Chronicles 4:20

And the sons of Shimon
Perhaps another son of Mered by his last wife, or the same with Shammai, ( 1 Chronicles 4:17 ) were

Amnon, and Rinnah, Benhanan, and Tilon;
nowhere else mentioned:

and the sons of Ishi:
who it may be was the brother of Shimon or Tilon: were

Zoheth, and Benzoheth;
of whom we know no more than their names.

1 Kronieken 4:20 In-Context

18 En zijn Joodse huisvrouw baarde Jered, den vader van Gedor, en Heber, den vader van Socho, en Jekuthiel, den vader van Bitja, de dochter van Farao, die Mered genomen had.
19 En de kinderen van de huisvrouw Hodija, de zuster van Naham, waren Abi-Kehila, de Garmiet, en Esthemoa, de Maachathiet.
20 En de kinderen van Simon nu waren Amnon en Rinna, Ben-hanan en Tilon; en de kinderen van Isei waren Zoheth en Ben-Zoheth.
21 De kinderen van Sela, den zoon van Juda, waren Er, de vader van Lecha, en Lada, de vader van Maresa; en de huisgezinnen van het huis der linnenwerkers in het huis Asbea.
22 Daartoe Jokim, en de mannen van Chozeba, en Joas, en Saraf (die over de Moabieten geheerst hebben) en de Jasubilehem; doch deze dingen zijn oud.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.