1 Kronieken 4:34

34 Doch Mesobab, en Jamlech, en Josa, de zoon van Amazia,

1 Kronieken 4:34 Meaning and Commentary

Ver. 34-37. And Meshobab, and Jamlech
These, with those that follow to the end of ( 1 Chronicles 4:37 ) were famous men in the tribe of Simeon, of rank and dignity, and eminent for courage and valour, as the latter part of the chapter testifies, though they are nowhere else taken notice of. Jamlech, as Fabritius F11 observes, is not very different from Jamblichus, the name of a famous Platonic philosopher.


FOOTNOTES:

F11 Bibliothec. Gr. l. 4. c. 28. p. 294.

1 Kronieken 4:34 In-Context

32 En hun dorpen waren Etam en Ain, Rimmon en Tochen, en Asan; vijf steden.
33 En al haar dorpen, die in den omloop dezer steden waren, tot Baal toe. Dit zijn hun woningen en hun geslachtsrekening voor hen.
34 Doch Mesobab, en Jamlech, en Josa, de zoon van Amazia,
35 En Joel, en Jehu, de zoon van Jesibja, den zoon van Saraja, den zoon van Asiel,
36 En Eljoenai, en Jaakoba, en Jesohaja, en Asaja, en Adiel, en Jesimeel, en Benaja,
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.