1 Kronieken 7:39

39 En de kinderen van Ulla waren Arah, en Hanniel, en Rizja.

1 Kronieken 7:39 Meaning and Commentary

1 Chronicles 7:39

And the sons of Ulla
Who either was the son of Ara, last mentioned, or another son of Jether:

Arah, and Haniel, and Rezia;
here ends the genealogy of Asher; the last of the tribes; Dan and Zebulun not being reckoned at all.

1 Kronieken 7:39 In-Context

37 Bezer, en Hod, en Samma, en Silsa, en Jithran, en Beera.
38 De kinderen van Jether nu waren Jefunne, en Pispa, en Ara.
39 En de kinderen van Ulla waren Arah, en Hanniel, en Rizja.
40 Deze allen waren kinderen van Aser, hoofden der vaderlijke huizen, uitgelezene kloeke helden, hoofden der vorsten; en zij werden in geslachtsregisters geteld ten heire in den krijg; hun getal was zes en twintig duizend mannen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.