1 Kronieken 9:6

6 En van de kinderen van Zerah was Jeuel, en van hun broederen waren zeshonderd en negentig.

1 Kronieken 9:6 Meaning and Commentary

1 Chronicles 9:6

And of the sons of Zerah
Another son of Judah:

Jeuel, and their brethren; six hundred and ninety;
or their kinsmen; for this number includes all of the posterity of Pharez, Shelah and Zerah mentioned.

1 Kronieken 9:6 In-Context

4 Uthai, de zoon van Ammihud, den zoon van Omri, den zoon van Imri, den zoon van Bani, van de kinderen van Perez, den zoon van Juda.
5 En van de Silonieten was Asaja, de eerstgeborene, en zijn kinderen.
6 En van de kinderen van Zerah was Jeuel, en van hun broederen waren zeshonderd en negentig.
7 En van de kinderen van Benjamin waren Sallu, de zoon van Mesullam, den zoon van Hodavja, den zoon van Hassenua;
8 En Jibnea, de zoon van Jeroham, en Ela, de zoon van Uzzi, den zoon van Michri; en Mesullam, de zoon van Sefatja, den zoon van Reuel, den zoon van Jibnija;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.