1 Kronieken 9:7

7 En van de kinderen van Benjamin waren Sallu, de zoon van Mesullam, den zoon van Hodavja, den zoon van Hassenua;

1 Kronieken 9:7 Meaning and Commentary

1 Chronicles 9:7

And of the sons of Benjamin
Who were of the tribe of Benjamin, and went with Judah into captivity, and returned with them, and such of them as dwelt in Jerusalem before that:

Sallu the son of Meshullam;
whose pedigree is differently given, ( Nehemiah 11:7 ) ,

the son of Hodaviah, the son of Hassenaah;
perhaps these men had two names, there called Joel and Pedaiah.

1 Kronieken 9:7 In-Context

5 En van de Silonieten was Asaja, de eerstgeborene, en zijn kinderen.
6 En van de kinderen van Zerah was Jeuel, en van hun broederen waren zeshonderd en negentig.
7 En van de kinderen van Benjamin waren Sallu, de zoon van Mesullam, den zoon van Hodavja, den zoon van Hassenua;
8 En Jibnea, de zoon van Jeroham, en Ela, de zoon van Uzzi, den zoon van Michri; en Mesullam, de zoon van Sefatja, den zoon van Reuel, den zoon van Jibnija;
9 En hun broederen naar hun geslachten, negenhonderd zes en vijftig; al deze mannen waren hoofden der vaderen in de huizen hunner vaderen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.