1 Samuël 13:16

16 En Saul en zijn zoon Jonathan, en het volk, dat bij hen gevonden was, bleven te Gibea-Benjamins; maar de Filistijnen waren te Michmas gelegerd.

1 Samuël 13:16 Meaning and Commentary

1 Samuel 13:16

And Saul, and Jonathan his son
Who were now joined to their men, on Saul's coming to Gibeah:

and the people that were present with them;
the six hundred men before numbered: abode in Gibeah of Benjamin; being perhaps a strong fortified place, not choosing to go forth to meet the army of the Philistines, so vastly superior to them:

but the Philistines encamped at Michmash;
the old quarters of Saul before he went to Gilgal, ( 1 Samuel 13:2 ) .

1 Samuël 13:16 In-Context

14 Maar nu zal uw rijk niet bestaan. De HEERE heeft Zich een man gezocht naar Zijn hart, en de HEERE heeft hem geboden een voorganger te zijn over Zijn volk, omdat gij niet gehouden hebt, wat u de HEERE geboden had.
15 Toen maakte zich Samuel op, en hij ging op van Gilgal naar Gibea-Benjamins; en Saul telde het volk, dat bij hem gevonden werd, omtrent zeshonderd man.
16 En Saul en zijn zoon Jonathan, en het volk, dat bij hen gevonden was, bleven te Gibea-Benjamins; maar de Filistijnen waren te Michmas gelegerd.
17 En de verdervers gingen uit het leger der Filistijnen, in drie hopen; de ene hoop keerde zich op den weg naar Ofra, naar het land Sual;
18 En een hoop keerde zich naar den weg van Beth-horon; en een hoop keerde zich naar den weg der landpale, die naar het dal Zeboim naar de woestijn uitziet.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.