1 Samuël 20:40

40 Toen gaf Jonathan zijn gereedschap aan den jongen, dien hij had; en hij zeide tot hem: Ga heen, breng het in de stad.

1 Samuël 20:40 Meaning and Commentary

1 Samuel 20:40

And Jonathan gave his artillery unto his lad
"His vessels" F12 or instruments; his arms, as the Targum, his quiver, bow, and arrows:

and said unto him, go, carry [them] to the city;
to Gibeah, to Jonathan's house, or to his apartments at court there.


FOOTNOTES:

F12 (wylk ta) "vasa sua", Montanus; "instrumenta sua", Piscator; "arma sua", V. L. Tigurine version.

1 Samuël 20:40 In-Context

38 Wederom riep Jonathan den jongen na: Haast u, spoed u, sta niet stil! De jongen van Jonathan nu raapte den pijl op, en hij kwam tot zijn heer.
39 Doch de jongen wist er niets van; Jonathan en David alleen wisten van de zaak.
40 Toen gaf Jonathan zijn gereedschap aan den jongen, dien hij had; en hij zeide tot hem: Ga heen, breng het in de stad.
41 Als de jongen heenging, zo stond David op van de zuidzijde, en hij viel op zijn aangezicht ter aarde, en hij boog zich driemaal; en zij kusten elkander, en weenden met elkander, totdat het David gans veel maakte.
42 Toen zeide Jonathan tot David: Ga in vrede; hetgeen wij beiden in den Naam des HEEREN gezworen Hebben, zeggende: De HEERE zij tussen mij en tussen u, en tussen mijn zaad en tussen uw zaad, zij tot in eeuwigheid! [ (I Samuel 20:43) Daarna stond hij op, en ging heen; en Jonathan kwam in de stad. ]
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.