1 Samuël 22:16

16 Doch de koning zeide: Achimelech, gij moet den dood sterven, gij en het ganse huis uws vaders.

1 Samuël 22:16 Meaning and Commentary

1 Samuel 22:16

And the king said, thou shalt surely die, Ahimelech
He pronounces the sentence himself, without taking the opinion and advice of others, or further time; which was an act of arbitrary power, and upon an innocent person, which was an act of great injustice: thou, and all thy father's house;
more unrighteous still; but God suffered him to do this to fulfil his will, and execute his threatenings against the house of Eli, which was this priest's father's house, for former wickedness; but this is no excuse for, nor extenuation of the sin of, Saul.

1 Samuël 22:16 In-Context

14 En Achimelech antwoordde den koning en zeide: Wie is toch onder al uw knechten getrouw als David, en des konings schoonzoon, en voortgaande in uw gehoorzaamheid, en is eerlijk in uw huis?
15 Heb ik heden begonnen God voor hem te vragen? Dat zij verre van mij, de koning legge op zijn knecht geen ding, noch op het ganse huis mijns vader; want uw knecht heeft van al deze dingen niet geweten, klein noch groot.
16 Doch de koning zeide: Achimelech, gij moet den dood sterven, gij en het ganse huis uws vaders.
17 En de koning zeide tot de trawanten, die bij hem stonden: Wendt u, en doodt de priesters des HEEREN, omdat hun hand ook met David is, en omdat zij geweten hebben, dat hij vluchtte, en hebben het voor mijn oren niet geopenbaard. Doch de knechten des konings wilden hun hand niet uitsteken, om op de priesters des HEEREN aan te vallen.
18 Toen zeide de koning tot Doeg: Wend gij u, en val aan op de priesters. Toen wendde zich Doeg, de Edomiet, en hij viel aan op de priesters, en doodde te dien dage vijf en tachtig mannen, die den linnen lijfrok droegen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.