1 Samuël 25:40

40 Als nu de knechten van David tot Abigail gekomen waren te Karmel, zo spraken zij tot haar, zeggende: David heeft ons tot u gezonden, dat hij zich u ter vrouwe neme.

1 Samuël 25:40 Meaning and Commentary

1 Samuel 25:40

And when the servants of David were come to Abigail to Carmel,
&c.] For though Nabal lived in Maon, yet having possessions in Camel, he had no doubt an house there also; and here Abigail was, and perhaps chose to be after his death, rather than at Maon: they spake unto her;
delivered the message to her they were sent with by David: saying, David sent us unto thee, to take thee to him to wife;
that is, to treat with her about his marriage to her, to propose it to her, and, if they could prevail upon her, to bring her with them, that David might espouse her.

1 Samuël 25:40 In-Context

38 En het geschiedde omtrent na tien dagen, zo sloeg de HEERE Nabal, dat hij stierf.
39 Toen David hoorde, dat Nabal dood was, zo zeide hij: Gezegend zij de HEERE, Die den twist mijner smaadheid getwist heeft van de hand van Nabal, en heeft zijn knecht onthouden van het kwade, en dat de HEERE het kwaad van Nabal op zijn hoofd heeft doen wederkeren! En David zond heen, en liet met Abigail spreken, dat hij ze zich ter vrouwe nam.
40 Als nu de knechten van David tot Abigail gekomen waren te Karmel, zo spraken zij tot haar, zeggende: David heeft ons tot u gezonden, dat hij zich u ter vrouwe neme.
41 Toen stond zij op, en neigde zich met het aangezicht ter aarde, en zij zeide: Ziet, uw dienstmaagd zij tot een dienares, om de voeten der knechten mijns heren te wassen.
42 Abigail nu haastte, en maakte zich op, en zij reed op een ezel, met haar vijf jonge maagden, die haar voetstappen nawandelden; zij dan volgde de boden van David na, en zij werd hem ter huisvrouw.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.