2 Corinthiërs 12:16

16 Doch het zij zo, ik heb u niet bezwaard; maar alzo ik listig was, heb ik u met bedrog gevangen.

2 Corinthiërs 12:16 Meaning and Commentary

2 Corinthians 12:16

But be it so, I did not burden you
These words are not spoken by the apostle in his own person of himself, but in the person of his adversaries, and contain a concession and an objection of theirs, but be it so; they granted that he had not burdened the Corinthians, that he had took nothing of them himself for preaching the Gospel; they owned that he had preached it freely; this was so clear a point, and so flagrant a case, that they could not deny it; yet they insinuated to the Corinthians, and objected to the apostle, that though he did not receive anything from them with his own hands, yet he craftily and cunningly made use of others to drain their purses, and receive it for him; and which is suggested in the next clause:

nevertheless, being crafty, I caught you with guile;
so say the false apostles of me; for these are not the words of the apostle in his own person; nor to be understood of any spiritual craft, or lawful cunning and prudent artifices used by him, to allure and draw the Corinthians into a good liking and opinion of the Gospel and of his ministry, and so caught them, and was the happy means of their conversion; but they are spoken in the person of the false apostles, charging him with a wicked and criminal craftiness, by making use of other persons in a sly underhanded way, to get this church's money, when he pretended to preach the Gospel freely; to which he answers in the next verse.

2 Corinthiërs 12:16 In-Context

14 Ziet, ik ben ten derden male gereed, om tot u te komen, en zal u niet lastig zijn; want ik zoek niet het uwe, maar u; want de kinderen moeten niet schatten vergaderen voor de ouders, maar de ouders voor de kinderen.

15 En ik zal zeer gaarne de kosten doen, en voor uw zielen ten koste gegeven worden; hoewel ik, u overvloediger beminnende, weiniger bemind worde.

16 Doch het zij zo, ik heb u niet bezwaard; maar alzo ik listig was, heb ik u met bedrog gevangen.

17 Heb ik door iemand dergenen, die ik tot u gezonden heb, van u mijn voordeel gezocht?

18 Ik heb Titus gebeden, en den broeder medegezonden; heeft ook Titus van u zijn voordeel gezocht? Hebben wij niet in denzelfden geest gewandeld? Hebben wij niet gewandeld in dezelfde voetstappen?