2 Koningen 10:4

4 Doch zij vreesden gans zeer, en zeiden: Ziet, twee koningen bestonden niet voor zijn aangezicht, hoe zouden wij dan bestaan?

2 Koningen 10:4 Meaning and Commentary

2 Kings 10:4

But they were exceedingly afraid
They were intimidated at once; for they saw the purport of those letters, that should they attempt anything of this kind, he would come upon them with his forces:

and said, behold, two kings stood not before him;
the kings of Israel and Judah, Joram and Ahaziah; but they were unarmed, and therefore how should they stand before an armed body of men Jehu had with him? this shows the pusillanimity of these men to make use of such an argument as this:

how then shall we stand?
that is, before Jehu; but they were in much better circumstances than the two kings, as they are truly represented in ( 2 Kings 10:2 ) .

2 Koningen 10:4 In-Context

2 Zo wanneer nu deze brief tot u zal gekomen zijn, dewijl de zonen van uw heer bij u zijn, ook de wagenen en de paarden bij u zijn, mitsgaders een vaste stad, en wapenen;
3 Zo ziet naar den beste en gerechtigste van de zonen uws heren, zet dien op zijns vaders troon; en strijdt voor het huis uws heren.
4 Doch zij vreesden gans zeer, en zeiden: Ziet, twee koningen bestonden niet voor zijn aangezicht, hoe zouden wij dan bestaan?
5 Die dan over het huis was, en die over de stad was, en de oudsten, en de voedsterheren zonden tot Jehu, zeggende: Wij zijn uw knechten, en al wat gij tot ons zeggen zult, zullen wij doen; wij zullen niemand koning maken; doe wat goed is in uw ogen.
6 Toen schreef hij ten tweeden male tot hen een brief, zeggende: Zo gij mijn zijt, en gij naar mijn stem hoort, neemt de hoofden van de mannen, de zonen uws heren, en komt tot mij morgen omtrent dezen tijd naar Jizreel. (De zonen nu de konings, zeventig mannen, waren bij de groten stad, die hen opvoedden.)
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.