2 Koningen 12:8

8 En de priesters bewilligden van het volk geen geld te nemen, noch de breuken van het huis te verbeteren.

2 Koningen 12:8 Meaning and Commentary

2 Kings 12:8

And the priests consented to receive no [more] money of the
people
And delivered up what they had:

neither to repair the breaches of the house;
being very willing to be stop both services, and especially since they seemed to be suspected.

2 Koningen 12:8 In-Context

6 Maar het geschiedde in het drie en twintigste jaar van den koning Joas, dat de priesters de breuken van het huis niet gebeterd hadden.
7 Toen riep de koning Joas den priester Jojada en de andere priesteren, en zeide tot hen: Waarom betert gijlieden niet de breuken van het huis? Nu dan, neemt geen geld van uw bekenden, dat gij het zoudt geven voor de breuken van het huis.
8 En de priesters bewilligden van het volk geen geld te nemen, noch de breuken van het huis te verbeteren.
9 Maar de priester Jojada nam een kist, en boorde een gat in haar deksel, en zette die bij het altaar ter rechterhand, als iemand inkwam in het huis des HEEREN; en de priesters, die den dorpel bewaarden, staken daarin al het geld, dat ten huize des HEEREN gebracht werd.
10 Het geschiedde nu, als zij zagen, dat veel gelds in de kist was, dat des konings schrijver met den hogepriester opkwam, en zij bonden het samen, en telden het geld, dat in het huis des HEEREN gevonden werd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.