2 Koningen 22:14

14 Toen ging de priester Hilkia, en Ahikam, en Achbor, en Safan, en Asaja henen tot de profetes Hulda, de huisvrouw van Sallum, den zoon van Tikva, den zoon van Harhas, den klederbewaarder (zij nu woonde te Jeruzalem, in het tweede deel), en zij spraken tot haar.

2 Koningen 22:14 Meaning and Commentary

2 Kings 22:14

So Hilkiah the priest, and Ahikam, and Achbor, and Shaphan,
and Asahiah, went down to Huldah the prophetess
Such as were Miriam and Deborah; in imitation of those Satan had very early his women prophetesses, the Sibyls, so called from their being the council and oracle of God, and consulted as such on occasion, as Huldah now was; and the first of the Sibyls, according to Suidas ^F14, was a Chaldean or a Persian; and some say an Hebrew; and Pausanias expressly says ^F15, that with the Hebrews above Palestine was a woman prophetess, whose name was Sabba, whom some called the Babylonian, others the Egyptian Sibyl. Aelian relates ^F16 that one of them was a Jewess:

the wife of Shallum, the son of Tikvah, the son of Harhas, keeper of
the wardrobe;
but whether the king's wardrobe in the palace, or the priest's in the temple, is not certain; he is called Hasrah, ( 2 Chronicles 34:22 ) who is here called Harhas:

now she dwelt in Jerusalem in the college;
in the college of the prophets; in the house of instruction, as the Targum; the school where the young prophets were instructed and trained up; though Jarchi observes, that some interpret this "within the two walls"; Jerusalem it seems had three walls, and within the second this woman lived; there were gates in the temple, as he also observes, called the gates of Huldah ^F17, but whether from her cannot be said: this place of her dwelling seems to be mentioned as a reason why these messengers went to her, because she was near, as well as well known for her prophetic spirit, prudence, and faithfulness, and not to Jeremiah, who in all probability was at Anathoth; and so also is the reason why they went not to Zephaniah, if he as yet had begun to prophesy, because he might be at a distance also: and they communed with her; upon the subject the king sent them about.

---

FOOTNOTES:

F14 In voce (sibulla) .
F15 Phocica, sive, l. 10. p. 631.
F16 Var. Hist. l. 12. c. 35.
F17 Misn. Middot, c. 1. sect. 3.

2 Koningen 22:14 In-Context

12 En de koning gebood Hilkia, den priester, en Ahikam, den zoon van Safan, en Achbor, den zoon van Michaja, en Safan, den schrijver, en Asaja, den knecht des konings, zeggende:

13 Gaat henen, vraagt den HEERE voor mij, en voor het volk, en voor het ganse Juda, over de woorden dezes boeks, dat gevonden is; want de grimmigheid des HEEREN is groot, dewelke tegen ons aangestoken is, omdat onze vaderen niet gehoord hebben naar de woorden dezes boeks, om te doen naar al wat voor ons geschreven is.

14 Toen ging de priester Hilkia, en Ahikam, en Achbor, en Safan, en Asaja henen tot de profetes Hulda, de huisvrouw van Sallum, den zoon van Tikva, den zoon van Harhas, den klederbewaarder (zij nu woonde te Jeruzalem, in het tweede deel), en zij spraken tot haar.

15 En zij zeide tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Zegt tot den man, die u tot mij gezonden heeft:

16 Zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal kwaad over deze plaats brengen, en voer haar inwoners, namelijk al de woorden des boeks, dat de koning van Juda gelezen heeft.