2 Koningen 4:22

22 En zij riep om haar man, en zeide: Zend mij toch een van de jongens, en een van de ezelinnen, dat ik tot den man Gods lope, en wederkomen.

2 Koningen 4:22 Meaning and Commentary

2 Kings 4:22

And she called unto her husband
In the field, who might be within call, or by a messenger she sent to him:

and said, send me, I pray thee, one of the young men, and one of the
asses, that I may run to the man of God, and come again;
intimating that she should not be long gone, but should return again presently; saying not a word of the death of the child, or of the occasion of her going.

2 Koningen 4:22 In-Context

20 En hij droeg hem, en bracht hem tot zijn moeder. En hij zat op haar knieen tot aan den middag toe; toen stierf hij.
21 En zij ging op, en legde hem op het bed van den man Gods; daarna sloot zij voor hem toe, en ging uit.
22 En zij riep om haar man, en zeide: Zend mij toch een van de jongens, en een van de ezelinnen, dat ik tot den man Gods lope, en wederkomen.
23 En hij zeide: Waarom gaat gij heden tot hem? Het is geen nieuwe maan, noch sabbat. En zij zeide: Het zal wel zijn.
24 Toen zadelde zij de ezelin, en zeide tot haar jongen: Drijf, en ga voort; houd mij niet op voort te rijden, tenzij dan dat ik het u zegge.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.