2 Koningen 4:23

23 En hij zeide: Waarom gaat gij heden tot hem? Het is geen nieuwe maan, noch sabbat. En zij zeide: Het zal wel zijn.

2 Koningen 4:23 Meaning and Commentary

2 Kings 4:23

And he said, wherefore wilt thou go to him today?
&c.] What reason is there for it? what is the meaning of it?

it is neither new moon nor sabbath;
neither the first day of the month, nor the seventh day of the week, times which were religiously observed; so with the Heathens the new moon and the seventh of the week, and so the fourth, were sacred ^F21; which notions they borrowed from the Jews, (See Gill on 1 Samuel 20:5) and when, it seems, it was usual to frequent the house of the prophet, to hear the word of God read and explained, and other religious exercises performed, as praying and singing praise, and receiving some good instructions and advice. Joseph Kimchi gives a different sense of these words:

``there is not a month past, no, not a week, since thou sawest him;''

why therefore shouldest thou be in such haste to go to him? so the words for new moon and sabbath may signify:

and she said, it shall be well;
it was right for her to go, and it would be well for him and her, and the family; or, "peace" ^F23, be easy and quiet, farewell: it is much he had no mistrust of the death of the child, or that it was worse, since it went from him ill.

---

FOOTNOTES:

F21 Hesiod. Opera & Dies, l. 2.
F23 (Mwlv) "pax", Pagninus, Montanus

2 Koningen 4:23 In-Context

21 En zij ging op, en legde hem op het bed van den man Gods; daarna sloot zij voor hem toe, en ging uit.

22 En zij riep om haar man, en zeide: Zend mij toch een van de jongens, en een van de ezelinnen, dat ik tot den man Gods lope, en wederkomen.

23 En hij zeide: Waarom gaat gij heden tot hem? Het is geen nieuwe maan, noch sabbat. En zij zeide: Het zal wel zijn.

24 Toen zadelde zij de ezelin, en zeide tot haar jongen: Drijf, en ga voort; houd mij niet op voort te rijden, tenzij dan dat ik het u zegge.

25 Alzo toog zij heen, en kwam tot den man Gods, tot den berg Karmel. En het geschiedde, als de man Gods haar van tegenover zag, dat hij tot Gehazi, zijn jongen zeide: Zie, daar is de Sunamietische.