2 Kronieken 12:6

6 Toen verootmoedigden zich de oversten van Israel en de koning, en zij zeiden: De HEERE is rechtvaardig.

2 Kronieken 12:6 Meaning and Commentary

2 Chronicles 12:6

Whereupon the princes of Israel and the king humbled
themselves
Both by words acknowledging their sins, and the justice of God, and by deeds, perhaps putting on sackcloth, as was usual on such occasions, and betaking themselves to fasting and prayer:

and they said, the Lord is righteous;
in giving them up into the hand of their enemies, seeing they had forsaken him, and sinned against him.

2 Kronieken 12:6 In-Context

4 En hij nam de vaste steden in, die Juda had, en hij kwam tot Jeruzalem toe.
5 Toen kwam Semaja, de profeet, tot Rehabeam en de oversten van Juda, die te Jeruzalem verzameld waren, uit oorzaak van Sisak, en hij zeide tot hen: Alzo zegt de HEERE: Gij hebt Mij verlaten, daarom heb Ik u ook verlaten in de hand van Sisak.
6 Toen verootmoedigden zich de oversten van Israel en de koning, en zij zeiden: De HEERE is rechtvaardig.
7 Als nu de HEERE zag, dat zij zich verootmoedigden, geschiedde het woord des HEEREN tot Semaja, zeggende: Zij hebben zich verootmoedigd, Ik zal hen niet verderven; maar Ik zal hun in kort ontkoming geven, dat Mijn grimmigheid over Jeruzalem door de hand van Sisak niet zal uitgegoten worden.
8 Doch zij zullen hem tot knechten zijn, opdat zij onderkennen Mijn dienst, en den dienst van de koninkrijken der landen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.