2 Kronieken 28:22

22 Ja, ter tijd, als men hem benauwde, zo maakte hij des overtredens tegen den HEERE nog meer; dit was de koning Achaz.

2 Kronieken 28:22 Meaning and Commentary

2 Chronicles 28:22

And in the time of his distress did he trespass yet more
against the Lord
By increasing his idolatries, as appears by what he did, in imitation of what he saw at Damascus, where he had an interview with the king of Assyria, ( 2 Kings 16:10-16 )

this is that King Ahaz;
that monster of iniquity, than whom there was none worse, nor any so bad, of all the kings of Judah.

2 Kronieken 28:22 In-Context

20 En Tiglath-Pilneser, de koning van Assyrie, kwam tot hem; doch hij benauwde hem, en sterkte hem niet.
21 Want Achaz nam een deel van het huis des HEEREN, en van het huis des konings en der vorsten, hetwelk hij den koning van Assyrie gaf; maar hij hielp hem niet.
22 Ja, ter tijd, als men hem benauwde, zo maakte hij des overtredens tegen den HEERE nog meer; dit was de koning Achaz.
23 Want hij offerde den goden van Damaskus, die hem geslagen hadden, en zeide: Omdat de goden der koningen van Syrie hen helpen, zal ik hun offeren, opdat zij mij ook helpen; maar zij waren hem tot zijn val, mitsgaders aan gans Israel.
24 En Achaz verzamelde de vaten van het huis Gods, en hieuw de vaten van het huis Gods in stukken, en sloot de deuren van het huis des HEEREN toe; daartoe maakte hij zich altaren in alle hoeken van Jeruzalem.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.