2 Kronieken 32:29

29 Daartoe had hij zich steden gemaakt, mitsgaders bezitting van schapen en runderen in menigte; want God gaf hem zeer grote have.

2 Kronieken 32:29 Meaning and Commentary

2 Chronicles 32:29

Moreover, he provided him cities
Where he had the above storehouses and stalls, and convenient dwellings for those that looked after them, and were over his cattle, small and great, as follows; the Vulgate Latin version reads six cities in some copies F2:

and possessions of flocks and herds in abundance;
in which the riches of men, and even of kings, lay in those times:

for God had given him substance very much;
for all was owing to his disposing providence, let it come which way it might.


FOOTNOTES:

F2 So the Edition of Sixtus V. Lovain, and MSS. in James's Contrariety of the Popish Bibles, p. 295.

2 Kronieken 32:29 In-Context

27 Jehizkia nu had zeer veel rijkdom en eer; en hij maakte zich schatkameren voor zilver en voor goud, en voor kostelijk gesteente, en voor specerijen, en voor schilden, en voor alle begeerlijk gereedschap;
28 Ook schathuizen voor de inkomsten van koren, en most, en olie; en stallen voor allerlei beesten, en kooien voor de kudden.
29 Daartoe had hij zich steden gemaakt, mitsgaders bezitting van schapen en runderen in menigte; want God gaf hem zeer grote have.
30 Doch Jehizkia stopte ook den opperuitgang der wateren van Gihon, en leidde ze recht af beneden naar het westen der stad Davids; want Jehizkia had voorspoed in al zijn werk.
31 Maar het is alzo, als de gezanten der vorsten van Babel, die tot hem gezonden hadden, om te vragen naar dat wonderteken, dat in het land geschied was, bij hem waren, verliet hem God, om hem te verzoeken, om te weten al wat in zijn hart was.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.