2 Kronieken 34:6

6 Daartoe in de steden van Manasse, en Efraim, en Simeon, ja, tot Nafthali toe, in haar woeste plaatsen rondom,

2 Kronieken 34:6 Meaning and Commentary

2 Chronicles 34:6

And so did he in the cities of Manasseh, and Ephraim, and
Simeon, even unto Naphtali
Which though they belonged to the ten tribes, yet these being carried captive by the king of Assyria, they that were left became subject to the kings of Judah, (See Gill on 2 Kings 23:19),

with their mattocks round about;
or hammers or mauls, as Kimchi, or pick axes, such sort of instruments as were used in demolishing altars and images: the Targum is,

``in the house of their desolation;''

and so other versions, "in their desolate places" F24, which were become such, the inhabitants being carried captive, and few left behind.


FOOTNOTES:

F24 (Mhytbrtb) "in desolatis locis suis, [vel] eorum", Montanus, Tigurine version, Rambachius.

2 Kronieken 34:6 In-Context

4 En men brak voor zijn aangezicht af de altaren der Baals; en de zonnebeelden, die omhoog boven dezelve waren, hieuw hij af; de bossen ook, en de gesneden en gegoten beelden verbrak, en vergruisde, en strooide hij op de graven dergenen, die hun geofferd hadden.
5 En de beenderen der priesteren verbrandde hij op hun altaren; en hij reinigde Juda en Jeruzalem.
6 Daartoe in de steden van Manasse, en Efraim, en Simeon, ja, tot Nafthali toe, in haar woeste plaatsen rondom,
7 Brak hij ook de altaren af en de bossen, en de gesneden beelden stampte hij, die vergruizende, en al de zonnebeelden hieuw hij af in het ganse land van Israel; daarna keerde hij weder naar Jeruzalem.
8 In het achttiende jaar nu zijner regering als hij het land en het huis gereinigd had, zond hij Safan, den zoon van Azalia, en Maaseja, den overste der stad, en Joha, den zoon van Joahaz, den kanselier, om het huis des HEEREN, zijns Gods, te verbeteren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.